Het avontuur in de Jordaan.
Het kennismakingsdiner, om iedereen in de groep en de Jordaanse keuken te leren kennen.
De eerste dag begonnen we met een bezoek aande Koning Abdullah moskee.
De dames mochten alleen naar binnen als ze zo'n soepjurk aantrokken.
Ondertussen maakte ik even een praatje met de privé agent die de hele week met ons meeging.
Na de moskee bezochten we de citadel Jebel al-Qalaá, met o.a. dit uitzicht over Amman.
Ver beneden ons zagen we het amfitheater dat we later ook nog zouden bezoeken.
Ik stond behoorlijk voor paal in de citadel.
Dit zijn de restanten van de tempel van Herculus.
In het bijbehorende archeologisch museum mochten we geen foto's nemen (dus niet verder vertellen hé).
Even later stonden we in dat amfitheater, de tempel van Hercules is van daar nog net te zien.
We reden door naar Jerash, dit ovale plein is het forum.
Dit is de tempel van Zeus, althans wat er van over is.
Ons bezoek werd opgeleukt door deze muzikanten.
Het podium van het amfitheater.
Jerash wordt gezien als het grootste en best bewaarde voorbeeld van Romeinse architectuur buiten Italië.
Zelfs de mozaïekvloer van de Sint Cosmos kerk is nog grotendeels in tact.
De pilaren van de tempel van Artemis. Deze zijn zo geconstrueerd dat ze kunnen meebewegen bij een aardbeving, opdat ze niet afbreken en neerstorten.
De Cardo Maximus collonade met aan het einde een tetrapylon. Dat was een kruising van twee wegen, een beetje als een rotonde zodat karren elkaar konden passeren.
Een dag later namen we een kijkje op Mount Nebo.
Bovenop staat dit monument: the brazen serpent. Als je gebeten wordt door een slang moet je hier naar kijken en genees je.
Vanaf dezelfde plek keek Moses voor het eerst uit over het beloofde land.
Vervolgens reden we snel verder naar Karak via de Wadi Mujib rivier.
De rivier is ingedamd ten behoeve van de watervoorziening in dit gebied.
Daarnaast is dit gebied een natuurreservaat.
Horen, zien en zwijgen.
Wie van de dames heeft er zin om met mij een potje te.........?
Uiteindelijk kwamen we aan in Karak.
Daar staat dit kruisvaarders kasteel, één van de drie grootste kastelen in de regio.
Van groot strategisch belang omdat het de routes tussen Damascus en Egypte en Mekkaa controleerde.
Diezelfde avond kwamen we nog net op tijd in Petra aan voor de zonsondergang.
Een dag later gingen we te paard op weg naar het hoogtepunt van de reis.
Via een smalle kloof (al-Siq) in de berg wandelden we het laatste stuk.
Onder toeziend oog van de bereden politie.
Onderweg kom je langs één van de zeldzame bomen van het land.
Eindelijk bereikten we de wereldberoemde façade van Petra.
Lang dacht men dat het een schatkamer was, maar het was slechts een grafkamer.
Petra was de stad van de Nabateeërs, die er misschien wel zo uitzagen.
Net als in Jerash werd ook hier de boel weer met een muziekje opgeleukt.
Er waren souvenirs en kamelenritjes in de aanbieding.
Anna wilde met me trouwen zei ze.
Maar dat vond haar broertje helaas niet goed.
De grafkamers aan de zuidkant van de stad.
Het amfitheater, dat net als alle andere 'gebouwen' uit de rotswanden is gehakt.
Via de 'street of façades' loop je langs de grote tempel, door de poort van Hadrian naar de tempel van Dushares.
Cousin It maakte er een filmpje van.
De tempel van Dushares, ook wel Qasr Al-Bint is enorm. Zestig bij zestig meter en er werden waarschijnlijk drie goden aanbeden.
Opeens zag ik een torentje boven de rotsen uitsteken, dus daar wilde ik uiteraard naartoe.
Toen hoorde ik van onze gids dat je daarvoor 800 treden moest beklimmen.
Desondanks gingen we allemaal op pad.
Het was de moeite waard, het Ad-Deir klooster bovenaan is het best bewaard gebleven.
Je kunt er zelfs nog een stukje hoger klimmen voor dit uitzicht.
We liepen het hele stuk weer terug richting de koninklijke graven, het corinthische paleis, de zijde urn etc.
Deze kids namen de ezel.
We verlieten de stad zoals we gekomen waren, via de......
.......beroemde Kazneh Al-Firaun.
Weer een dag later vereerden we klein Petra met een bezoekje.
Onderweg tijdens de fotostop even op de foto met mijn busmaatje Astrid.
Ook in klein Petra bekeken we de vele in de rotsen uitgehakte grafkamers.....
....en overige bouwwerken.
Daarna reden we door naar onze op één na laatste bestemming in Jordanië.
Een bedoeïenenkamp in Wadi Rum.
We bleven er slapen in betrekkelijke luxe.
De lunch bestond onder andere uit vlees dat in een ingegraven oliedrum was gebarbecued.
Daarna volgde een ritje door de woestijn, dus we moesten ons beschermen tegen het zand.
Geen overbodige luxe als je achterin een semi open laadbak moet zitten.
Gelukkig ging het niet zo hard, want anders hadden wij in een dikke stofwolk gezeten.
Het landschap van de Negev woestijn vond ik prachtig.
Hier zijn o.a. de opnamen van de film 'Lawrence of Arabia' gemaakt.
Lawrence die hier ook echt geweest is schreef over zijn ervaringen een boek, 'the seven pillars of wisdom'. De rotsformatie op deze foto is vernoemd naar dat boek.
Onze chauffeur.
Aan de bandensporen te zien is het hier soms drukker dan op de A10.
Ongelofelijk, onze chauffeur kreeg het voor elkaar om een band lek te rijden in mul zand.
Drie reisgenoten deden een wedstrijdje wie het eerst bovenaan deze helling met mul zand kon komen. Dat viel vies tegen.
We reden daarna door de Valley of the Moon, waar zeven natuurlijke bogen zijn te zien.
Dit is de beroemdste, de Rock Bridge of Kharaz.
Na ontelbare jaren van erosie hebben wij tenminste weer iets om te fotograferen.
We sloten de middag af met een bakkie thee en een zonsondergang.
De volgende ochtend konden we een tochtje op een kameel maken.
's Middags ruilden we het schip van de woestijn in voor een jacht met bier en cocktails in de Golf van Akaba.
Op de laatste dag gingen we naar de dode zee. Dan kom je langs deze 'vrouw van Lot'. Zij veranderde in een zoutpilaar omdat ze achterom keek naar Sodom, terwijl ze vluchtten.
Aansluitend gingen wij dood in de drijvende zee. Sorry, ik bedoel natuurlijk: drijven in de dode zee.
En als laatste smeerde ik mezelf nog even in met dode zee modder. Dat schijnt namelijk geweldig te zijn voor je huid.