Na het passeren van 's werelds hoogst gelegen grensovergang werden we warm onthaald.
Gelukkig klaarde het een paar kilometer verder al weer op.
De eerste provincie waar we doorkwamen was Murgabskii Rayon (Murghab).
Prachtige hoogvlakten op ruim 4000 meter boven NAP.
De bergen links van ons waren verboden gebied omdat het een bufferzone is met China.
Ik ben er inmiddels wel achter dat China een grensdispuut heeft met al zijn buurlanden.
Niet veel later komen we aan bij het Karakol meer.
Één van de hoogst gelegen meren in de wereld, ruim 3900 meter boven zeeniveau.
Vlakbij het meer zagen we dit kerkhof met toch wel vreemde graven.
Er is daar ook nog dit prachtige dorp, met zelfs een museum zoals je ziet.
Wij reden snel verder. Naast vogels waren dit de enige wilde dieren die we zagen.
Vlak nadat we de hoogste bergpas waren gepasseerd op ruim 4600 meter hadden we dit prachtige uitzicht.
Woorden schieten te kort.
We maar bleven langstaartmarmotten tegenkomen.
De eerste Tadzjiek, een schaapsherder, had eenzelfde traditionele hoed op als de mensen in Kirgizië.
Nog een keer ons uitzicht ter linkerzijde voor we in Murghab aankwamen.
Vanuit Murghab gingen we in de naastgelegen vallei op zoek naar hotsprings aan het eind van deze weg.
We vonden de hotsprings niet, en onverrichterzake reden we weer terug. Langs dit gehucht.
De mensen wonen niet ruim hier, maar hebben wel allemaal een flinke tuin.
Het blijft frappant om te zien dat zo'n riviertje een groen spoor door het landschap trekt.
Het uitzicht vanuit mijn kantoor.
Met de vlam in de pijp scheurden we door de bergpas terug naar Murghab.
Dit is trouwens het centrum van Murghab.
De bazaar bestaat uit een zwikkie zeecontainers.
De kinderen zeuren altijd net zo lang totdat ik een foto van ze maak.
De lokale vestiging van Beeline (telecomboer).
Diesel koop je in Murghab per emmer.
Bij de derde emmer stroomde de tank over, geen probleem ze hadden een vloeistofdichte vloer.
We hadden het wel weer gezien en reden verder naar Khorong.
Onderweg nog even een zijstapje naar deze beroemde bezienswaardigheid.
Het meer Yashikul.
Het wegdek verbeterde gelukkig, want dit is te prefereren boven asfalt vol met gaten.
De rivier waar we langs reden was afwisselend breed en rustig of smal en wild.
Je moet maar durven om zo'n bruggetje te gebruiken over het kolkende water.
We schoten veel sneller op dan verwacht, hier waren we al ver over de helft.
De laatste pitoreske vallei voor we Khorong bereikten.
Toen we later weer terugreden naar het Yashikul meer zagen we in the middle of nowhere nog dit kunstwerk.
Onze vriendjes kwamen hun holletje nog even uit om naar ons te zwaaien.
Vanaf het Yashikul meer namen we dit keer de afslag richting de Wakhan vallei.
De zuidkant van de vallei bevindt zich in Afghanistan. Dit is waarschijnlijk de minst drukke grensovergang ter wereld.
Wij moesten ons regelmatig bij de grenswachten van Tadzjikistan registreren. Wat een afgelegen plek was dit zeg.
De weg was in elk geval goed. De rivier links is de grens, soms zo smal dat je kon slootje springen naar Afghanistan.
Aan de overkant zagen we kleine kleihutjes, deze was denk ik niet voor mensen bedoeld.
Maar deze wel, de herders in dit gebied zijn zoals je ziet straatarm.
Toevallig kwamen er net een paar op hun paard langslopen.
De grand canyon is er niks bij.
Ook aan de Tadzjiekse kant staan van die villa's.
We kwamen zowaar nog twee Zuid Koreanen tegen, 1 op de fiets en 1 op de motor.
In de verte zagen we het Hindu Kush gebergte opdoemen.
Dat gebergte ligt zelfs al niet meer in Afghanistan maar in Pakistan.
Als de scherpe tanden van een broodmes steken de toppen af tegen de horizon.
Onze rit voor die dag zat er bijna op, we overnachtten in het dorpje Langar.
Dit was de keuken van onze homestay, dus we kookten zelf maar een potje op ons camping gasstelletje.
De vriendelijke buren van onze homestay.
Na ons ontbijt gingen we bij het lokale fort kijken, althans wat daar nog van over was.
Ze hadden in elk geval wel een leuk uitzicht vanuit het fort.
We zetten daarna koers naar de Bibi Fatima hot springs.
We hadden al eerder dit soort bouwwerkjes met horens gezien, maar we weten niet zeker wat het zijn. Waarschijnlijk begraafplaatsen.
De Afghanen gebruiken het sediment als landbouwgrond.
Jammer dat we alleen wat konden zwaaien naar deze Afghaanse vrouwen.
En vlak voor de Bibi Fatima hot springs vindt je het Yamchun Fort.
Na in het gloeiend hete water te hebben gezeken, ik bedoel gezeten, reden we weer naar beneden en vervolgden onze weg richting Ishkashim.
Op dit eilandje in de Panj rivier werd op zaterdag altijd een markt gehouden.
Dan kon je zonder visum een (heel) klein stukje Afghanistan in, maar zelfs dat vinden ze tegenwoordig al te gevaarlijk nu de Taliban weer actief is in dit gebied.
Terug in Khorong liepen we even een rondje. Eerst door het park met zwemvijver.
Daarna een pilsje in het restaurant op de oever van de Gunt rivier.
De vluchtelingen kwamen daar ook voorbij drijven.
In Khorong zagen we ons eerste Ismail Somoni park/standbeeld. Er zouden er nog vele volgen.
De Gunt rivier.
We vervolgden onze weg over de Pamir Highway. Hier passeerden we wederom een gesloten grensovergang met Afghanistan.
Wel jammer, want het Afghaanse landschap ziet er wel mooi uit.
Het laatste gehucht dat we aan de overkant zagen voordat de Pamir Highway zijn route veranderd en niet meer langs de grens loopt.
Dat is in de buurt van Kalaikhum.
Vanaf Kalaikhum waar we overnachtten reden we de laatste etappe met de laatste bergpas.
We deelden weer wat water uit aan twee franse fietsers. De koreaan was op een brommertje onderweg.
Deze ezels waren zonder begeleiding op weg, die kenden blijkbaar de route en sleurden de geit mee.
Inmiddels waren we de bergpas voorbij en ging het alleen nog maar bergafwaarts. Dit is geloof ik het dorp Tavildara.
Ondanks dat we al niet meer zo hoog zaten was het laatste stuk het moeilijkst begaanbaar. We snapten nu waarom die fietsers allemaal zo uitgeput boven kwamen,
Boeren aan het hooien.
Prachtige vogeltjes overal, alleen hoe kleiner hoe schuwer.
Ondertussen reden we al weer op goed asfalt. Doesjanbe onze bestemming was nog een uurtje rijden.
We zouden het net niet meer voor het donker halen.
Vanuit Doesjanbe zouden we met expats een trekking doen. Maar onderweg raakten we ze kwijt.
We zochten nog in de bergendorpjes in de buurt maar helaas.
Die ouwe heeft in elk geval nog een lift overgehouden aan onze zoektocht.
Dus gingen we maar weer terug naar Doesjanbe om bij de Mac een burger te halen. Net zo gezond als een trekking.
We hadden tijd zat terwijl we op visums wachtten om de toerist uit te hangen. Dit zijn de twin towers van Doesjanbe.
Dit is de public pub waar we graag kwamen omdat het op kruipafstand van ons appartement lag.
Maar natuurlijk kwamen we hier ook voor de aanbiedingen.
Ons tweede Ismoili Somoni monument, er zouden er nog vele volgen.
Ismoili staat de hele dag tegen het parlement aan te koekeloeren.
Bijgestaan door twee leeuwen, want die heb je veel in Tadzjikistan.
Dit park met op het eind het Gerb Monument ligt achter Ismoili.
Het stadskantoor, van Doesjanbe.
Eerst had Azerbeidzjan de grootste, toen Tadzjikistan maar tegenwoordig staat de grootste vlaggenmast in Saoedi Arabië.
Het optrekje van de president.
Het Somoni monument vanaf de achterkant.
Er was een braderie toen wij er waren.
Waar allemaal traditionele dingen zoals deze luiten te koop waren.
Het Gerb Monument vlak voor we gingen slapen.
We moesten namelijk vroeg op omdat je later op de dag tegen de zon in staat te fotograferen.
Dit is Rudaki, overal in de stans heeft hij standbeelden en straatnamen.
De bibliotheek.
Rudaki avenue.
Lohuti Drama Theater.
Naast het theater heeft Lohuti ook nog zijn eigen standbeeld. Hij was een dichter uit Perzië (Iran dus).
We dachten dat hier een tuin was die we konden bezoeken, maar we mochten van de soldaten niet naar binnen.
Her en der vindt je in Doesjanbe mozaieken.
Het Ayni Opera en Ballet Theater. Praktisch naast ons appartement.
We hadden zoveel tijd ivm de visums dat we op excursie gingen naar verschillende plaatsen in de buurt.
Bijvoorbeeld naar Khisor. Daar kun je dit fort bekijken.
Maar als je geen tijd hebt kun je ook op het briefje van 20 som kijken.
Het fort beschikt over twee madrassas.
Het fort waakte over deze vallei, ongeveer 35 kilometer strroomafwaarts ligt de grens met Afghanistan.
Onderweg naar Qurghonteppa kwamen we regelmatig dit soort slecht geshopte 'reclame' voor de president tegen (hij lijkt zelf nog het meest verbaasd).
Als je Qurghonteppa binnenkomt heb je meteen links dit monument.
Het eerste model Opel Astra is mateloos populair in Tadzjikistan. Iedereen en zijn moeder heeft er één.
Kijk eens wie we daar weer hebben, jawel Somoni.
Het regionale museum van Qurghonteppa.
Na Qurghonteppa (er was niet zo veel te zien) gingen we naar Kulob.
Onderweg passeerden we weer prachtige valleien.
En het stuwmeer bij Nurek.
Vlakbij Kulob heb je alweer een fort, het Khulbuk fort cq. paleis.
Het lijk wel nieuw.....
....en dat is het ook....
...alleen de onderste rijen (donkere) bakstenen in dat achterste stuk bij de toren zijn origineel.
Wat ook oud was, was het oud roze van deze bloem.
In Kulob heb je verder ook niks, behalve dit mausoleum van Mir Said Ali Hamadoni. Je weet wel.
De man is geboren in Iran, en leefde in Kashmir (India/Pakistan).
Vervolgens ging hij dood in Pakistan en toen hebben ze hem hier begraven. Waarom? Dat weet bijna niemand.
Ik had in ieder geval weer een mooi excuus om met mijn drone rond te vliegen.
De gouden bogen kom je in Tadzjikistan overal tegen.
We reden weer terug naar Doesjanbe via het stuwmeer van Nurek.
Om de tijd te doden namen we maar eens een kijkje bij deze moskee.
En daarna weer lekker vliegen met mijn drone. Somoni, het Gerb monument, het presidentieel paleis, Rudaki park en de vlaggemast. Je kunt heel Doesjanbe gewoon samenvatten in 1 foto.
Daarna nog even mijn geluk beproeven en over het presidentieel paleis vliegen.
Het Ayni plein in Doesjanbe, met monumenten om WOII te gedenken.
Ruim anderhalf miljoen (!!) Tadzjieken stierven in deze oorlog.
De trolleybussen hebben achterop iemand die de pantograaf telkens moet binnenhalen.
Dat gebeurt al rijdend, en dan moet hij er snel opspringen.
Onze laatste uitje in Doesjanbe, het Navruz Paleis.
In opdracht van de huidige president gebouwd voor staatsaangelegenheden.
De verschillende ruimtes zijn gevuld met Tadzjieks ambachtswerk. Elke pilaar heeft unieke motieven.
Ongelofelijk detail in het houtsnijwerk.
Vele kilo's echt goud zijn hier gebruikt, behalve op de lager gelegen onderdelen.
Prachtige ingelegde houten vloeren.
Daarna stond de stenen zaal op het programma.
Deze vond ik het mooiste. Behalve sommige plafonddelen is alles van natuursteen.
Verschillende soorten steen, allemaal uit Tadzjikistan, ingelegd. Je voelt als je met je vinger eroverheen strijkt geen naden.
Hier een schilderij uit de Tadzjiekse geschiedenis, in verschillende semi-waardevolle steensoorten uitgevoerd.
We verlieten Doesjanbe definitief en gingen een nachtje slapen op dat stuwmeer bij Nurek.
We waren wel toe aan een dagje relaxen en lekker vliegen met mijn drone.
Ons drijvende hotel.
Stilzitten is uiteindelijk toch niks voor mij.
Dus ging ik een stukje waterskiën.
Gelukkig lukte het na een kwartier vallen en opstaan om een run te maken.
Het einde van al weer een leuke dag.
's Ochtends nog even vliegen en toen moesten we de koffers al weer inpakken.
Ze lieten het meer immers toch leeglopen.
We reden in één keer door naar een ander meer, Iskander Kul.
Weer zo'n leuk vogeltje, deze scharrelde rond naast ons bungalowtje.
's Ochtends na aankomst reden we verder omhoog naar Sarytag.
Het was af en toe wel passen en meten op de weg.
Sarytag, populair vanwege de hiking mogelijkheden.
Maar ook vanwege de architectuur.
Het ging weer bergafwaarts, terug naar Iskander Kul en.....
....verder naar beneden want we wilden dezelfde dag nog in Panjakent aankomen.
Afdalend waren de vistas in elk geval beter dan toen we omhoog reden.
Niet ver van Panjakent.
Enorme suikerklonten hadden ze in Panjakent.
De bazaar, of bozor zoals ze zelf zeggen.
De vrouwen bij de ingang hebben een flinke bos brood voor de deur. Het typische ronde brood van deze regio.
Verder verschilt het niet zoveel van een markt in Nederland.
Net buiten Panjakent zijn de ruïnes van Oud Panjakent onze reden om hier naar toe te rijden.
Dat viel eerlijk gezegd een beetje tegen.
Dit was het best bewaard gebleven gedeelte, er was nog wel een leuk museumpje met een hele aardige vrouw die alles met handen en voeten aan ons uitlegde.
En we hadden ook nog een mooi uitzicht over de stad zelf,
Onze laatste dag in Panjakent gebruikten we voor een ritje hoog de bergen in.
Langs de 7 meren.
Een geweldige rit over een heel smal kronkelweggetje.
Langs de meren en de stroomversnellingen die de meren verbinden.
En langs kleine dorpjes.
Onderweg hadden we de man met het tasje een lift gegeven.
Het laatste dorpje voor we weer terug op de grote weg kwamen.
De lonely planet raadde dit mausoleum nog aan, dus we dachten pakken we nog even mee.
De conciërge was wel heel aardig, maar verder was het niet veel soeps.
We reden dus maar snel weer verder.
We hadden nog 1 stop die dag, op weg naar Choedzjand.
En dat was dit mausoleum.
Hier ligt namelijk Rudaki, een Perzische poëet die overal in Centraal Azië standbeelden, straten en pleinen heeft.
Hier in Panjrud was hij immers ook geboren.
We vervolgden onze weg naar Choedzjand, waarbij we voor het eerst een tentenkamp tegenkwamen.
Het operagebouw tegenover de citadel in Choedzjand.
In het park naast de citadel werd aan de lopende band getrouwd. Deze meisjes wachtten tot hun stelletje aan de beurt was.
Het park draagt de naam van Choedzjand, ook al een poëet.
Dit is hem, Kamoli Choedzjand.
Beeld van Romulus en Remus, de stichters van Rome die door een wolf werden opgevoed. Yeah right.
Het Choedzjand park by night.
En wie zien we daar......
Jawel Ismoili Somoni, uiteraard mag hij ook in Choedzjand niet ontbreken.
Wel raar dat hij zo vereerd wordt, zijn rijk besloeg voornamelijk Oezbekistan waar hij ook begraven ligt.
Nog een laatste uitstapje naar Istaravshan, voor we verder gingen naar Oezbekistan.
Nog nooit zoveel vliegen bij elkaar gezien als hier.
Belijning op het wegdek is hier nog werk voor echte artiesten.
De minaret bij het Khazrat-i-Shokh mausoleum. Elke verdieping is uitgevoerd in een ander metselwerk motief.
Leuk gedaan toch, deze stijl hanterde men rond 1400 AD. Rond 1920 pasten men dit soort metselwerk weer toe in de zgn. Amsterdamse School.
In de buurt stonden nog talloze huisjes en winkeltjes met dat soort metselwerk.
Deze moskee bijv. ook, incl. teksten in de gevel in baksteenschrift.
De kinderen uit de buurt gaven ons een 'rondleiding' door de moskee.
Wij moesten in ruil met ze op de foto (we hebben er tientallen).
Daarna nog even vliegen met mijn drone over het Mug Tepe fort. Ooit door Alexander de Grote met de grond gelijk gemaakt.
Ik trek altijd een hoop bekijks als ik aan het vliegen ben.
We reden voor we weer terug gingen naar Choedzjand nog even omhoog voor een foto.
Dat was het dan, we namen afscheid van het mooie Tadzjikistan. Op naar Oezbekistan.