Muhktar hielp me met de papierwinkel op de grens tussen Marokko en Mauritanië. Dat geld in zijn hand had ik op een betere manier kunnen besteden.
Dit is downtown Nouadhibou. Het lijkt er rustig, maar dat komt omdat ik deze foto op vrijdagmiddag maakte. Dan zit iedereen op zijn knietjes in de moskee.
Vlak buiten de stad hebben de mensen een moestuintje.
Mauritaniërs zijn van nature nomaden die in dit soort tenten leven.
Mijn trip naar het oosten begon met een taxiritje naar het treinstation.
De trein zou om 3 uur vertrekken, maar dat werd middernacht (!). Alle tijd voor een dutje dus.
De zonsopkomst was spectaculair, vooral na een nogal oncomfortabele nacht in een wagon van de ijzerertstrein.
Ik deelde de wagon met deze man uit de Westelijke Sahara.
Onderweg passeerden we troosteloze gehuchtjes, waarvan ik me afvroeg waar de mensen van leven.
Ik deed mijn tulband maar weer om om me te beschermen tegen het ronddwarrelende zand en ijzererstspoeder.
De laatste wagon is wél bedoeld voor passagiers, maar daar moet je voor betalen, terwijl de goederenwagons gratis zijn.
We passeerden weer een gehucht. Deze man kwam net zijn winkeltje uit.
Er was zelfs een moskee in dit gehucht.
Deze kamelen reisden vastgesjord richting Nouadhibou.
Oud schroot van treinen en rails zijn door deze mensen gebruikt om een huisje rondom een palm te bouwen.
Weer een gehucht verder. De moskee is wederom het mooiste gebouw.
Ineens stak er een bergje als een puist uit het zand.
Wat bezielt je om hier te willen wonen. Er is alleen maar zand en het waait er eigenlijk altijd.
Ik bedoel, wij klagen al als we sneeuw van de stoep moeten vegen.
We gingen weer zoals we gekomen waren.
Deze man woont nog niet eens in een gehucht. Wat zou hij de hele dag doen, zonder internet en Netflix.
Af en toe zag ik wat kamelen, dat zal de voornaamste inkomstenbron dan wel zijn.
Na aankomst in Choum moest ik even wachten in de bus terminal op de bus naar Atar.
Aan de overkant van de terminal bevindt zich een shopping mall.
In Atar sliep ik in de Bab Sahara van Justus, een Nederlander in den vreemde. Bomen, een douche, een comfortabele kamer, lekker eten en BIER!!!
Dit is de buurman van Just.
Just had een auto met chauffeur voor me geregeld. Sidi de chauffeur maakte deze foto waar de buurman ook graag op wilde.
Op mijn verzoek reden we eerst een rondje door Atar zelf. Deze rotonde markeert het centrum.
Ten oosten van de rotonde bevindt zich de markt/bazaar waar de stokbroden met kruiwagens tegelijk worden verkocht.
De spreekwoordelijke winkel op de hoek.
Als je je afvraagt hoe lang een Toyota meekan.....
....dan kan ik je vertellen dat in het geval van de oude Hilux, dat heeeel erg lang is.
Nadat we in het centrum van Atar nog wat thee hadden ingeslagen reden we de stad uit.
Het eerste stuk richting Ouadan was bergachtig, met zelfs nog wat 'graffiti' op de flanken.
Sidi reed me naar dit plekje toe, voor het uitzicht op....
....dit oude kasteel, en om.....
...duizenden jaren oude grottekeningen te bekijken. Dit is de mooiste giraffe van Mauritanië.
Er was ook een stier, maar het gaat natuurlijk om......
....de handafdruk. Duizenden jaren geleden maakte iemand hier zijn handafdruk, en nu zit jij er naar te kijken.
Buiten stond de kameel van de beheerder van de grotten te eten. Een kameel heeft geen last van de scherpe stekels bij het eten.
Één van de unieke planten in de woestijn.
Deze hagedis vluchtte de hele tijd onder een steen, maar ik laat geen steen ongedraaid.
Aan het eind van de middag arriveerden wij in Ouadane.
Één van de dorpelingen gidste me door de ruïnes van deze eeuwenoude stad.
Het enige gebouw dat niet is afgebrokkeld is uiteraard de moskee.
Ouadane ligt op de zogenaamde trans-sahara karavaan route.
Via deze route werd hoofdzakelijk goud getransporteerd.
Nog steeds bouwen de dorpelingen dit in de muur ter decoratie. Ik dacht eerst dat het was om spullen op te bergen.
De Marokkanen hebben nog geprobeerd om Ouadane te bezetten en zo de goudhandel te kunnen controleren.
Naast de ruïnes ligt het nieuwe dorp, dis is hoe een typische 'magasin' er uit ziet.
En hier rechts de huizen van de mensen, met de ramen op straatniveau. Dan kan het stof lekker naar binnen waaien.
De avond viel, dus snel terug naar mijn bed and breakfast.
Zo zag mijn handdoek daar er uit vóórdat ik hem ik kreeg.
De volgende ochtend gingen we dan echt de woestijn in. In eerste instantie waren er nog een jeep tracks die we konden volgen.
Maar al snel hing het allemaal van Sidi's gevoel voor riching af.
We hadden zo'n 160 kilometer voor de boeg en geen enkel navigatie punt.
Maar Sidi zat er super ontspannen bij, dus waar zou ik me druk om maken.
We stopten even om de weg te vragen.
Wel een raar gevoel, dat je zover het oog reikt alleen maar zand ziet.
Niet veel later verkeek Sidi zich op een duin, maar het bleek gelukkig eenvoudig om de auto eruit te duwen.
En ineens, vanuit het niets, was daar een oase met wat hutjes.
Alhoewel het enorm droog lijkt schijnt er dus meer dan genoeg water in de Sahara te zijn.
Ik sta er telkens weer van versteld hoe eenvoudig sommige mensen heden ten dage nog leven.
Wij werden uitgenodigd in het dorpshuis.
We kregen muntthee, en het zetten van een paar kopjes is een enorm ritueel. Dat vang je helaas niet zo goed met een foto.
Uit beleefdheid heb ik nog maar een souvenirtje gekocht, en daarna namen we weer afscheid.
Het tweede deel van de rit die dag was er een stuk meer vegetatie en daarom ook meer beesten.
Er waren ook weer jeep tracks die we konden volgen.
Daarom mocht ik van Sidi ook een flink stuk scheuren.
We kwamen nog wat nomaden tegen die met hun tenten, kamelen en ezels door de woestijn trekken.
In de loop van de middag kwamen we aan in Chinguetti.
We namen onze intrek in de koepelgevangenis.
Daarna was het tijd om de ruïnes van deze 'stad' te bezoeken.
Alhoewel in Chinguetti nog wel vrij veel gebouwen in het oude centrum in gebruik zijn.
De deuren gaan op slot met deze middeleeuwse sloten.
Voordat we naar de bibliotheek (de belangrijkste attractie) gingen liepen we eerst naar de moskee.
Ze waren toevallig net aan het bidden daar. En je ziet, de minaret is keurig onderhouden.
Een dorpeling die de hoogtijdagen van de handel op de trans-sahara route nog heeft meegemaakt.
In de bibliotheek krijg je eerst een uitleg over al deze gebruiksvoorwerpen uit lang vervlogen tijden.
Daarna laat de beheerder een paar hele oude boeken zien. De collectie dateert uit de late middeleeuwen.
De man trekt handschoenen aan omdat de boeken zo oud en delicaat zijn om er vervolgens mee te smijten.
We mochten ook nog even het dak op via deze 'trap'.
Chinguetti wordt langzaam opgegeten door de woestijn, de hoge zandduinen verplaatsen zich namelijk heel langzaam maar zeker.
We reden nog even door het moderne deel om wat houtskool te kopen.
De manen spelen hier een soort dammen. Ze maken een bord door kuiltjes in het zand te maken en gebruiken steentjes en stokjes.
Het lukte Sidi om met de auto boven op een hoge duin te komen.
Daar maakten we een vuurtje om een bakkie thee te zetten.
Terwijl de zon steeds verder zakte kleurden de duinen om ons heen roder en roder.
Het einde van een spectaculaire dag.
De zon was al niet meer te zien, maar de wolken vingen nog wat zonnestralen op.
Tijd voor Sidi om te bidden, knap dat hij precies wist in welke richting Mekka lag.
De volgende ochtend kregen we vlak na vertrek problemen met de auto.
Ondanks dat het niet lukte om het te repareren reden we gewoon door.
In het begin kwamen we nog wel een groepje nomaden tegen......
.....die net de was hadden gedaan.
We reden nog speciaal een duin op zodat ik deze foto kon maken. Blijkbaar is dit een beroemde berg.
Een stuk verder moesten we over een rotspaadje een berg over.
Aan de andere kant lag de oase Mhairith.
In het dorpje wonen de mensen in een soort uitgeholde hooibergen.
Het laatste stukje naar beneden was nog behoorlijk tricky.
Dit is dan zo'n hutje van dichtbij.
Ik wilde op zich wel even binnen kijken, maar ik pas niet meer door zo'n klein deurtje.
Met pijn en moeite worstelde de auto zich aan de andere kant van het dorp weer omhoog.
Geen vermogen, wel dikke zwarte rook. Maar we waren iig weer op een geasfalteerde doorgaande weg.
Op weg naar de laatste oase reden we zo goed en kwaad als het ging door dit prachtige landschap.
De terjit oase bestaat uit een beekje dat je een paar honderd meter moet volgen om bij de bron te komen.
Behalve dat het er mooi is, is het er ook heerljk koel.
De oase werd vroeger weleens gebruikt om prinsen te kronen en huwelijken in te zegenen.
Dit is de plek waar het water uit de grond omhoog komt.
Ah, even lekker plassen. Dat had ik wel nodig.
Mijn uitzicht vanuit de watertank.
Met een vers bakkie thee in de mik begonnen we aan de laatste 40 kilometer terug naar Atar.
Terwijl ik de kilometers aftelde en nog wat foto's maakte kreeg ik wel vertrouwen in dat we het zouden halen.
Gelukkig maar, want ik had wel zin in een douche en een koude gele rakker in de Bab Sahara.
Vanuit Atar moest ik net als deze passagier met de bus terug naar mijn auto in Nouadhibou.
De wegen in Mauritanië moeten continue worden schoon geveegd.
Omdat je in dit land zoveel zand hebt, net als in Saudi Arabië, zijn de mensen net als daar heel rijk. Iedereen rijdt er een dikke Mercedes.
De Mauritaniërs bakken ook heerlijk knapperige stokbrood.
Ook de straten in Nouakchott liggen vol met zand, dat spul ligt echt overal.
Onderweg naar de grens met Senegal.
Deze truck heeft ARKO (=Alle Ramen Kunnen Open).
Het laatste stuk naar de grens met Senegal loopt door een nationaal park waar een heleboel knobbelzwijnen (Pumbaas) rondlopen.