Het begon allemaal niet zo best voor mij(n auto) in Senegal. Ik haalde Saint Louis maar net.
Maar gelukkig vond ik daar al snel een bush mechanic die alle benodigde onderdelen op voorraad had.
Zodoende kon ik dezelfde avond nog genieten van dit uitzicht vanuit mijn hotelletje in Dakar.
Met een bootje kun je naar het eilandje waar ik vanuit mijn kamer uitzicht op had voor een hapje en een drankje.
In het centrum van Dakar staat deze obelisk om de onafhankelijkheid die op 20 Augustus 1960 en feit was te gedenken.
Dit kunstwerk staat voor een ander, omstreden en minder mooi, kunstwerk in Dakar.
Namelijk dit 'Monument de la Renaissance Africaine'. Gebouwd door Noord-Korea dat veel ervaring heeft met het bouwen van grote lelijke beelden.
De vinger van de baby is volgens de gids uitgelijnd met het Vrijheidsbeeld in New York.
Bij de onthulling kregen ze van de president van Kameroen dit olifantenmasker.
Het monument is blijkbaar een verplicht nummer voor schoolreisjes.
Één van de weinige andere bezienswaardigheden is dit 'ÎIle de Gorée'. (Goedereede toen het nog Nederlandsch was).
Ooit was het van ons, en toen heette dit fort Nassau. Tegenwoordig Fort d'Estrées.
In het fort is nu een museum met o.a. deze opsporing verzocht prent.
Het eiland werd gebruikt voor de transatlantische slavenhandel. De slaven werden op deze manier verscheept.
Uitzicht vanuit het fort op het baaitje.
De straatjes rond het fort, het is hier mooier wonen dan in de rest van Dakar.
George Soros heeft er zelfs een huis.
Het dorpsplein met een baobab boom.
Het politieburo.
Het monument om de afschaffing van de slavernij te vieren.
De slaven werden vanuit dit gebouw verscheept. De deur tussen de trappen is de 'door of no return'.
Niet geheel verassend staat een bezoek aan het slavenhuis op het curriculum van de meeste scholen.
In dit soort donkere ruimtes wachtten ze dan met tientallen op de reis over de Atlantische Oceaan.
Ik liep weer verder door de straatjes.
Het mooiste/best onderhouden gebouw op het eiland is uiteraard een gebedshuis.
Met er tegenover een kunstwerk dat ook weer aan de slavernij herinnert.
Op de heuvel staat nog een stuk geschut uit de tweede wereldoorlog.
En een model van de Burj Al Arab uit Dubai.
Ik ging weer terug naar Saint Louis, omdat ik de eerste keer alleen een werkplaats van binnen had gezien.
Met deze boot kun je een riviercruise maken over de Senegal rivier. Maar ik heb hem nooit zien vertrekken.
Vlakbij houdt de Brady Bunch de boel veilig.
Zij begon met roepen: 'Geen foto!', om me daarna te smeken om foto's te maken. Vrouwen, zucht....
In Saint-Louis, dat uit een paar eilanden bestaat, wordt veel gevist. Dat doen Senegalezen in dit soort bootjes.
Ze zijn overigens een stuk groter dan ze op het eerste gezicht lijken.
Een stukje kunst naar de mensen toe.
Vlakbij Saint-Louis ligt het nationaal park Djoudj waar voornamelijk vogels te zien zijn. Zoals deze flamingos.
Maar ook enkele zoogdieren zoals dit knobbelzwijn.
De meeste vogels waren richting Europa omdat ze hier voornamelijk komen om te overwinteren.
Gelukkig was er nog genoeg te zien, zoals deze pelikanen die in het ondiepe water visten.
Zo blauw als een reiger.
Dit is een bonte ijsvogel (bont betekent bij dieren meestal zwart/wit gevlekt).
De Afrikaanse lepelaar.
Ik hoop dat ik alle namen goed heb, dit is denk ik een purperreiger.
Van deze felblauwe eendachtige heb ik de naam niet kunnen vinden.
Dit is een Afrikaanse Zeearend tijdens een gewaagde landing.
Een ooievaar en een of andere wader, op pad in tegengestelde richtingen.
Weer een reiger.
Een zwikkie ooievaars en lepelaars.
We kwamen blijkbaar iets te dichtbij, dus ze smeerden hem.
Eenden of ganzen, zeg het maar.
Jonge pelikaantjes.
Één van de oninteressante zoogdieren.
Een jakhals, één van de grootste bedreigingen hier voor met name de vogels die hun nesten op de grond bouwen.
Hier zie je mooi hoe goed zijn camouflage werkt.
Nog een keer de Afrikaanse Zeearend.
En een Boeing 747Pelikaan.
Na al die vogels was het een verademing om eens een keer iets anders te zien, zoals een bosje pythons.
En weer een jakhals.
Op weg naar de uitgang liepen we deze prachtige malachietijsvogel nog tegen het lijf.
Ik ging weer op weg naar Saint-Louis.
Ik heb mijn wagen volgeladen....ken je dat liedje nog?
Vlakbij Dakar ligt het roze meer, dat vanwege een bacterie roze water zou moeten hebben.
Het is niet bepaald roze, wel is het erg zout, dat ze hier dan ook winnen.
In Senegal zie je veel van deze hagedissen. Gele kop, blauwpaars lijf en witte staart.
Het heerlijke strand van Saly Portudal waar ik een weekje was uitgenodigd door Amerikaans bikers.
Zon, zee, strand en reigers.
Vlakbij Saly is een safaripark, waar de beesten nogal verbaasd waren dat wij kwamen kijken.
Dit is (geloof ik) een soort duif.
Dit zou een vrouwtjes Kob moeten zijn.
Een Kob is een soort antiloop.
En hier hebben we de Westelijke roodsnaveltok.
Dit zou een elandantilope moeten voorstellen.
En hier buigen de knobbelzwijntjes voor koning neushoorn.
Terwijl de Geelsnavelossenpikker (mooie naam he) de neushoorn schoon houdt.
En dan ineens zet mijnheer het op een lopen.
Om een stukje verderop ons weer te bespieden.
Mooi is anders, en schandalig dat in dit privé park zijn neushoorn moet worden afgezaagd om stropers weg te houden.
Het is een safaripark, dus je ziet in een paar uur ontzettend veel dieren.
Zoals ook deze huzaaraap, die voornamelijk in deze contreien voorkomt.
Hij leeft voornamelijk op de grond en kan heel hard rennen (55km/h) maar slaapt in een boom.
In Februari jongen ze normaal, dus dit jonkie moet ongeveer 2-3 maanden oud zijn.
Jammer van de grasprietjes, toch wel een mooie foto van de Sahelscharrelaar.
Een oversteekplaats.
Even ruiken of ze er klaar voor is.
Zo te proeven wel.
Roadrunner, miep miep.
De Reuzenelandantilope met zijn prachtige sik en gedraaide hoorns.
Die draaiing in de hoorns geeft meer grip bij het knokken.
Dit zijn Roanantilopen ook wel paardantilopen genoemd.
Een buffalo.
Dit is waarschijnlijk nog een kalfje.
Geloof het of niet, maar ik sta zelf ook nog op deze foto.
Ik weet niet wie die namen verzint, maar dit is een Roodschouderglansspreeuw.
Een vervet, maar deze is geimporteerd. Deze soort leeft in Zuid en Oost Afrika.
Een stelletje koereigers.
Als laatste was er nog een zwemvijver.
Maar daar mochten alleen de dieren zwemmen.
Mijn Amerikaanse vrienden vertrokken een dag later, in het holst van de nacht namen ze afscheid.
Ik ging daarna maar eens een kijkje nemen in Joal Fadiouth.
De kids daar wilden allemaal op de foto.
Liefst in een ingestudeerde pose.
Amfibische paard en wagen.
Ook hier lagen weer de typische boten. Klaar voor de start...1..2..3..
De bezienswaardigheid in Fadiouth is dit eilandje, waar je alleen te voet en tegen betaling op kunt.
De bijzonderheid is eigenlijk dat het eiland is gevormd door/ bestaat uit schelpen.
En daarnaast dat er zowel een grote moslim als christenen populatie woont.
Er was toevallig net een begrafenis toen ik er was.
De doden worden op een aanpalend eilandje, dat ook geheel uit schelpen bestaat, ter 'aarde' besteld.
De bloemen op de graven zijn allemaal kunstbloemen.
Wel apart dat je begint op het ene eilandje en eindigt op het naastgelegen eilandje.
Bacon in the makin'.
Deze man deed behoorlijk moeilijk als je je bedenkt dat het water nauwelijks tot boven je enkels komt hier.
Oefenen voor Les Bleus.
Ik trok weer verder naar een hotel in Toubakouta.
Waar ik het goed kon vinden met de buren.
Maar da's niet zo gek, als je pindas hebt heb je vrienden.
De bloemen in de hoteltuin.
Het hotel ligt aan de rand van een enorm mangrovebos, Saloum genaamd.
Maar daarvoor was ik niet gekomen. Ik kwam voor het Fathala Wildlife Reserve.
De belangrijkste attractie daar waren wat mij betreft de leeuwen.
Echt wild zijn ze niet. Ze groeien op in gevangenschap en worden elke dag gevoerd.
Dus ze zijn dikke maatjes met de verzorgers.
Er was ook weer een 'West African Rainbow Lizard', beter bekend als 'Agama agama'.
Bij de volwassen dieren mag je de auto niet uit. Maar de jonkies mag je aaien en ermee op de foto.
Deze zijn 2 tot 3 jaar oud.
Ze zijn ook enigszins getraind danwel ervaren met bezoekers.
Dus ze weten waar en hoe ze ongeveer moeten poseren.
Grote kans dus dat er talloze toeristen met zéér vergelijkbare foto's thuiskomen.
Maar ik vond het toch leuk.
Broer en zus.
We namen wel afscheid, maar ik geloof niet dat het ze veel interesseerde.
Deze makker bij de uitgang voerde duidelijk iets in zijn schild.
Ik bezocht nog een natuurpark in Senegal, je bent tenslotte in Afrika. Niet dan, ja toch.
In dat park, Niakolo Koba hebben ze o.a. enorme termieten nesten. Die ze kathedralen noemen.
De hoogste termieten kathedraal ooit gevonden was 13 meter hoog.
Het stierf er van de parelhoenders zoals deze.
Dit is een waterbok.
Dit is weer een Kob (antilope).
Dit is nog een jonkie.
Midden in het park is een hotel, waar we snel heen gingen om voetballen te kijken.
Senegal speelde die dag, dus de tribune zat vol.
Na de wedstrijd gingen we weer op safari, meteen zagen we een Teugelijsvogel.
Een Afrikaanse paradijsmonarch.
En nog een Teugelijsvogel.
Dit is een duiker, een klein soort antilope.
En weer een Kob.
Een knobbelzwijn met zijn kameraad.
Iets verderop liep er ineens een groep bavianen voor ons langs.
Ze hebben kleine handjes.....
....maar ook des te grote tandjes.
En weer terug naar het hotel, om even lekker in de bar te hangen.
Met uitzicht op de Gambia rivier.
Bovendien was er weer voetballen, dit keer Colombia.
De volgende ochtend gingen we op weg naar de zuidelijke uitgang uit het park.
We reden langs deze Sahelscharrelaar die rustig bleef zitten voor de foto.
Dit is een soort Amaryllis.
Ik zag tientallen van deze en dacht eerst dat het een soort paddestoelen waren. Maar het zijn kleine termieten nesten.
Die dag zagen we niet zo veel dieren, maar nog wel deze kudde Bisschopsooievaars.
Maar die waren snel gevlogen.
Vlak voor de uitgang versperde deze boom de weg, maar met de lier trok ik hem aan de kant.
En zo belandden we toch nog bij het dorpje bij de uitgang.
Na een uitstapje via Guinea en Gambia kwam ik bij de grens in een zandstorm terecht. Iedereen was opvallend kalm terwijl het seconden later pikdonker was, keihard waaide en regende.
Uiteindelijk verliet ik Senegal voor de laatste keer naar Mali. Vlakbij de grens leven deze mensen in enorme armoede.