Toen ik vanuit Andorra Catalonië in Spanje binnenreed werd er volop campagne gevoerd voor het (illegale) referendum over onafhankelijkheid.
Ik had geen zin in politiek, dus reed ik snel door naar Zaragoza in de provincie Aragon voor wijn en tapas.
Het referendum leefde enorm in Spanje, overal mensen met vlaggen. Hier een tegenstander van de onafhankelijkheid van Catalonië.
Dit is de Mercado Central vlakbij mijn hotel in de César Augusto straat.
Hier hebben we César Augusto zelf, de stad droeg ooit zijn naam toen het nog onderdeel was van het Romeinse Rijk.
Engelse tekst
In de toren links is de VVV gehuisvest, je kunt (als ze open zijn) gratis naar de bovenste verdieping voor een mooi uitzicht over de nabijgelegen bezienswaardigheden.
Dit is de beroemde
BasÃlica de Nuestra Señora del Pilar, met links de Puente de Piedra (stenen brug).
Het uitzicht op de kerk vanuit het Parque Macanaz.
Ik vervolgde mijn rondje om de kerk en stak de Ebro rivier over via de stenen brug.
De kerk vereert de geile maagd Maria, die hier op de over van de rivier verscheen voor Jakon de Meerdere
Ik had geluk, er was net een mis aan de gang. Het altaar is geweid aan de ter hemel opneming van Maria.
Ze hebben het kaarsjes aansteken volledig geautomatiseerd. Je flikkert gewoon een muntje in dit apparaat en dan gaat er een lampje branden voor je dierbare. Als dat niet helpt dan weet ik het ook niet meer.
De plaza del Pilar met op de voorgrond de Bola del Mundo. Een weergave van de wereldbol zoals hij bekend was in de tijd van de ontdekkingsreizigers.
De Fuente de la Hispanidad. Als je deze vijver vanuit de lucht zou bekijken dan zie je dat hij de vorm heeft van Latijns Amerika, ter ere van de hoogtijdagen van de Spanjolen.
Calle de Alfonso I, hij was ooit de koning van Aragón.
De ingang van El Palacio de los Condes de Morata. Een enorm paleis uit de 16de eeuw voor de onderkoning Pedro MartÃnez de Luna.
Plaza de Toros, het op één na oudste stadion voor stierengevechten in Spanje met ruimte voor 10.000 toeschouwers.
Agustina Zaragoza, een held uit de 19de eeuw die eigenhandig het leger van Napoléon tegenhield toen die de stad wilde veroveren.
Het Palacio de la AljaferÃa, een moors paleis uit de 11de eeuw.
Na Zaragoza was Léon aan de beurt. Dit is de Plaza De Guzman El Bueno (hij gaf zijn mes aan de vijand zodat die daarmee zijn zoon konden vermoorden, muy bueno inderdaad).
De Casa Botines, ontworpen door Antoni GaudÃ.
De kathedraal van Léon uit de 16de eeuw.
De haantjestoren (Torre del Gallo), hij staat op het dak. In Nederland is dat niks bijzonders.
De Plaza Santa MarÃa del Camino, geweldig overal in de stad die terrasjes met betaalbare wijn en tapas.
Een dag later was ik alweer in Santiago de Compostela.
De beroemde kathedraal van Santiago. Je ziet hier de Torre da Berenguela vanaf de Praza de Praterias.
Het praza do Obradoiro voor de kerk met het Consello da Cultura Galega. Het instituut ter promotie van de Galicische cultuur.
Voor de deur rusten de vele wandelaars cq. pelgrims die het Jacobspad helemaal zijn afgewandeld.
Hebben ze dat hele takke eind gelopen, minimaal 100km om een oorkonde te krijgen, staat de kerk in de steigers.
Gelukkig voor de pelgrims was de kerk wel gewoon open zodat ze die pop in het midden (Sint Jacob = San Tiago) kunnen omhelzen. Als je goed kijkt zie je twee handen van een pelgrim die hem van achteren neemt.
En onder het altaar ligt zijn stoffelijk overschot.
Aan de noordzijde van de kerk staat deze Universiteit voor Sociaalwerk.
De straatjes rondom de kerk vond ik eigenlijk veel mooier. Veel leuke restaurantjes en tapasbarretjes.
Vervolgens ben ik door Portugal gereden, en in het zuiden Spanje weer in. Dan kom je uit in Huelva waar Columbus op het Plein van de Nonnen staat.
Vlakbij het centrum van Huelva ligt de Barrio Reina Victoria.
Een wijk gebouwd door het mijnbouw bedrijf Rio Tinto in Engelse stijl.
Het doel was de (mijn)arbeiders tevreden te houden in een groene wijk in Engelse stijl. Vandaar ook de naam: Wijk Koningin Victoria.
Na een kort verblijf in Huelva was Malaga aan de beurt. Dit is het uitzicht over de stad vanuit de Alcazaba.
Malaga is de geboortestad van Picasso. Dus een bezoekje aan het museum kon ik natuurlijk niet overslaan.
Dit werkje heet heel toepasselijk: 'Mujer con los brazos levantados' (Vrouw met de armen omhoog).
Het is helaas niet toegestaan om in het museum foto's te maken, dus met gevaar voor eigen leven heb ik toch een paar keer afgedrukt.
Dit is de Plaza de la Merced, vroeger hielden ze hier markten en het huis waar Picasso in is geboren staat hier ook ergens.
Het bisschopsplein naast de kathedraal met het gele paleis voor de bisschop. Not too shabby.
Rechts de hoofdingang 'la manquita' van de kathedraal en de klokketoren.
Het bijzondere stadhuis van Malaga uit 1919.
Je hoeft niet helemaal naar Parijs om het Centre Pompidou te bezoeken, dat kan ook gewoon in Malaga!
Binnen nog meer werkjes van Picasso.
Maar ook een wisselende expositie met mooie stukken.
En je mag er net zoveel foto's maken als er op je geheugenkaart passen.
Één van de stukken die ik erg mooi vind: Equipo Cronica van Maiakovski.
Genoeg cultuur, tijd om te shoppen in de calle Marquéz de Larios.
Halverwege toch weer cultuur, een sculptuur van Tony Gragg. Net als die in Baku zie je ook in deze vele silhouetten van gezichten als je er omheen loopt.
Als je doorloopt kom je op de Plaza de la Constitución met de Geneefse fontein.
Na Malaga volgde Granada, dit is de lokale kathedraal.
Valkbij dit leuke eerbetoon aan de 'Aguador' de waterdrager/verkoper. Een beroep dat tot halverwege de vorige eeuw werd uitgeoefend in de stad.
Mijn wandelroute liep verder via la Plaza de la Trinidad.
Langs de Botanische tuin links, richting de Parroquia de Santos Justo y Pastor.
Voor die parochie staat dit standbeeld van Carlos V op het Plaza de la Universidad.
Weer een stukje verderop het Klooster van Sint Jeroen (Monasterio de San Jerónimo).
Ik liep weer terug door de Calle San Jerónimo.
Tot ik weer terug was op la Plaza de la Romanilla, waar dat standbeeld van de Aguador staat.
Daarna voor de kathedraal langs naar d het plein Bib-Rambla. Het beroemdste plein van de stad, prima plek om even uit te hijgen met een koude gele rakker erbij.
Het uitzicht vanuit mijn kamer, de koepel van de CamarÃn de Nuestra Señora del Rosario Coronada. Zoals mijn vriendin laatst nog zei: 'Da's een hele mond vol'.
Uiteraard was ik voornamelijk naar Granada gereden voor de Alhambra.
Het eerste gebouw waar ik in ging was het paleis van Carlos V.
Het paleis heeft talloze details zoals deze.
Er lagen toevallig net twee katten voor het raam (waar anders).
Vierkant van buiten en rond van binnen, uniek voor de tijd waarin het gebouwd is.
Via deze Puerta del Vino (wijn poort) kom je in het fort. De alcazaba (Kasbah).
Het achterdeurtje van het paleis met de naam van Carlos V er boven.
Binnen in het Palacios NazarÃes wordt pas echt duidelijk dat het door de Moren is gebouwd.
De Patio de los Leones (de leeuwen patio).
In het stucwerk staan Arabische teksten, ik denk dingen uit de Koran.
Dit is de Torre de las Damas.
Het mooiste vond ik eigenlijk de tuinen, die tip top onderhouden worden. Helaas stond er nog weinig in bloei.
Hier links het Palacios NazarÃes en rechts het Paleis van Karel V.
Dit is Ed de Eerste.
Het uitzicht vanuit de Alcazaba over de oude Moorse wijk AlbaicÃn.
Uitzicht vanuit de Alcazaba over het oude centrum met de kathedraal van Granada.
Na de paleizen nog even een ommetje gemaakt door de tuinen van het aangrenzende Generalife.
Generalife was het zomerpaleis van de Moorse leiders. Dat betekent vijvertjes voor het spiegeleffect.
Uitzicht vanuit het Generalife op het Palacios NazarÃes, de Alcazaba. De toren is van de Iglesia de Santa Maria de la Alhambra kerk.
Dit is dan het zomerpaleis zelf.
De Puerta de la Justicia aan de zuidkant, tegenwoordig één van de uitgangen.
De Iglesia de San Gil y Santa Ana.
De carrera Del Darro in de wijk AlbaicÃn.
Die ben ik nog even afgelopen om hier te lunchen op de Paseo de Los Tristes.
's Avonds reflecteerden de sterren en het hotel Alhambra Palace in het glas van het balkon terwijl de kerk aan de overkant erdoorheen zichtbaar is.
Genoeg cultuur voor een poosje, tijd voor spanning en sensatie. Dus ging ik 'hiken' op 'El Camenito del Rey'.
Heel spannend bleek het niet want de smalle planken waar je vroeger overheen moest zijn vervangen voor een breed voetpad.
Maar de vistas zijn nog wel onverminderd spectaculair.
Het pad door de canyon of kloof van de rivier El Chorro is oorspronkelijk aangelegd om bouwmateriaal aan te voeren voor de waterkrachtcentrales.
Vroeger was het pad hooguit 1 meter breed, en soms niet meer dan een enkele stalen balk.
Het pad zelf is totaal een kilometer of 5 lopen, en nog een kilometer of 2 vanaf de parkeerplaats naar het startpunt.
Het oude pad zie je nog onder het nieuwe rolstoelvriendelijke pad.
De laatste brug waar je over moet.
Het ziet er natuurlijk wel gaaf uit, het is dan ook gebruikt als decor in een aantal speelfilms.
Voor de film Von Ryan's Express hebben ze zelfs vliegtuigen tegen de rotsen laten crashen.
De skyline van Cordoba, mijn volgende halte.
Hier de kantelen van het kasteel voor de Christelijke Monarchen, Alcázar de los Reyes Cristianos.
Vanuit het parkje ervoor zie je in de verte de beroemde moskee-kathedraal van Córdoba al.
Het oude centrum van Córdoba is het op één na grootste historische centrum in Europa.
De kathedraal is de grote trekpleister, of must-see.
De stad en dus ook de kathedraal zijn in het verleden afwisselend in handen geweest van de moslims en de christenen.
Sinds de 13de eeuw is het exclusief voor christenen, maar sinds 2010 zijn er zeurlims die er ook willen bidden. Maar dat mag (nog) niet.
Het centrum is verder fantastisch, alles netjes gerestaureerd en overal leuke terrasjes, restaurantjes etc.
Ik liep maar weer eens terug door de wirwar van straatjes, richting de kathedraal.
Recht vooruit staat de kolom met bovenop San Rafael Arcángel.
De Guadalquivir rivier werd vroeger dankbaar gebruikt om via een watermolen machinerie aan te drijven. Zoals deze Albolafia molen waarmee graan werd gemalen.
De oude romeinse brug was ooit de enige brug die de twee oevers van de Guadalquivir met elkaar verbond.
Mijn één na laatste stop in Spanje was Sevilla met hier het Teatro Lope de Vega.
De beroemde Plaza España was helaas afgesloten vanwege de harde wind. Men was bang dat er takken op de toeristen zouden vallen. Dus ik kon alleen een fotootje door het hek heen maken.
Het Hotel Alfonso XIII.
Iets verderop staan de koetsjes bij de kathedraal te wachten op toeristen.
De puerta de la Asunción aan de westkant van de kathedraal.
Bovenop de toren van de kathedraal staat dit beeld dat het geloof voorstelt, het waait immer met alle winden mee en heet daarom Giraldillo.
De poort van vergiffenist aan de noordkant van de gebedshut.
Dit is de Plaza de Toros waar helaas geen stierengevechten waren toen ik er was.
Voor de deur dit Monumento a MarÃa de la Mercedes, dochter van Alfonso XII en moeder van Alfonso XIII.
Op de zoutkade voor de Plaza de Toros staat dit kunstwerk.
De Torre del Oro, of Gouden Toren in goed Nederlands. Hij dankt zijn naam aan het feit dat hij door de gebruikte bouwmaterialen een gouden gloed over de rivier liet vallen.
Plaza del Altozano, met op de achtergrond de Capilla Virgen del Carmen.
Ik had nog een dag, dus maakte ik nog een rondje. Deze keer begon ik bij de Macarena, van dat geinige dansje.
Het sterft van de kerken in die Spaanse steden, dit is de
Iglesia San Luis de los Franceses.
Op het meest linkse spandoek staat: Minder huizen voor toeristen, meer ruimten voor feministen.
Net als Córdoba, Malaga en Granada is ook het historisch centrum van Sevilla een lust voor het oog.
Palaciao de Dueñas, één van de belangrijkste historische huizen uit de 15de eeuw . O.a. Antonio Machado Ruiz, een poëet is hier geboren.
Hier zit ie toevallig net te werken.
Op de Plaza de la Encarnación staat deze Metropol Parasol.
Het schijnt de grootste houten constructie ter wereld te zijn.
Het wordt ook Las Setas de La Encarnación genoemd (Setas = champignons). Het kostte twee keer zoveel tijd om te bouwen en, heel gek, ook twee keer zoveel geld.
Plaza del Salvador met aan alle kanten kerken, die met de twee torentjes is de kerk van vrede (Iglesia de la Paz).
Plaza Nueva met op de sokkel Fernando III el Santo.
Dit vond ik het mooiste gebouw in de stad, Edificio de la Adriática.
Het San Telmo Paleis, hier huist tegenwoordig de president van de regio Andalusië.
De ingang is typisch Churrigueresque. Dat is een specifieke Spaanse Barok stijl. Wist ik ook niet, maar wikipedia zegt dat.
De Fuente Farola op de Plaza Triunfo.
Het uitzicht vanuit mijn kamertje in La Lineá de la Concepción.
Mijn uitvalsbasis voor een bezoek aan The Rock, oftewel Gibraltar.
Ik had nog nooit van de plaats gehoord, maar je kunt er o.a. lekker naar het strand.
Er is vroeger zwaar gevochten om dit stukje Europa omdat de toegang tot de straat van Gibraltar ermee gecontroleerd kon worden. Deze bunkers zijn gebouwd om Spanje tegen de Engelsen te verdedigen die met onze hulp Gibraltar in handen hadden gekregen.
Plaza Cruz Herrera, het uitgaanscentrum.
Santuario de la Inmaculada Concepción.
Na mijn bezoekje aan Gibraltar reed ik naar Tarifa vanwaar de ferry naar Marokko vertrekt. Je ziet de Afrikaanse kust al lonken in de verte.
Het achterwiel kan geen kant op mochten we hoge golven krijgen onderweg.
Bye bye Spanje en Europa, volle kracht vooruit naar nieuwe avonturen.