Vanuit China staken we bij Zamin Uud de grens over met Mongolië waar je verwelkomt wordt met dit monument van het wapen/symbool van Mongolië.
Al snel maakten we kennis met het wegennet van Mongolië.
Alsook met de weidse uitzichten en de alom aanwezige wilde dieren.
We genoten o.a. van de vele grote en kleine vogels.
Om een beetje te oefenen met navigeren in dit land zonder bewegwijzering, en jeeptracks all over the place, gingen we op zoek naar een klooster waarvan we alleen de GPS coördinaten hadden.
We hoopten maar dat we niet zouden verdwalen.
Gelukkig stond de techniek weer voor niets en vonden we in de middle of nowhere ons doel.
Boeddha mag weten waarom iemand hier een klooster begint.
Maar aan de bouwstijl te zien was het in ieder geval een Tibetaan. Aan de westkant bleek overigens gewoon een asfaltweg te zijn die we maar gebruikten voor de terugweg.
Terug in Sainshand werden we in het museum de hele tijd achtervolgt door deze dames.
Het zal voor reizigers in dit land lang geleden erg indrukwekkend zijn geweest toen men nog in dit soort kleding rondliep.
En blijkbaar konden de monniken toentertijd ook zweven.
Wij ook, na een paar pijpjes bier.
We reden weer een stukje verder richting Ulaanbaatar.
Onderweg waren we in dit stadium nog erg onder de indruk van de beesten die we overal vrij zagen sjokken.
De meeste beesten hebben overigens wel een eigenaar.
Deze waarschijnlijk niet.
Wij dachten dat het herten waren, maar het zijn gazelles.
Dit zijn mongoolse paarden, klein en vermoedelijk nauwelijks veranderd sinds de tijd van Dzjengis Khan.
Dus op een vergelijkbaar modelletje vocht hij zich een weg naar Europa.
In Mongolië is de meest beleden religie het Shamanisme. Vandaar dat je in het hele land deze Ovoo's tegenkomt (wij dachten eerst dat het graftombes waren).
Dit is de traditionele en meest voorkomende behuizing, de ger of yurt.
Voor de rest van onze reis door het lege landschap van dit immense land leek het ons beter om zelfvoorzienend te zijn. Dus kochten we in Ulaanbaatar een tent en kampeerspullen, die we uitprobeerden in onze gigantische hotelkamer.
Éénmaal weer 'on the road' richting het oosten pakte ik even deze foto-op mee.
Een stukje verderop kwamen we bij het standbeeld van Dzjengis Khan.
Het is zo groot, daar kan zelfs Kim Jong-Il niet aan tippen.
Er zit zelfs een lift binnenin zodat je op het hoofd van het paard terecht kunt komen.
Dat deden wij uiteraard, want we wilden wel eens zien waar die ouwe Dzjengis nou de hele dag naar zit te loeren.
Dat bleek dit uitzicht te zijn.
Ook hier verhuurde iemand een gier voor een fotootje.
We reden weer een stukje terug op zoek naar een slaapplek in het Ghorki nationaal park.
En ja hoor, onze allereerste nacht in een echte ger.
De Terelj rivier.
We moesten uiteraard weer verder de volgende dag.
We gingen namenlijk op zoek naar Kökh Nuur.
Onderweg zagen we weer veel wilde dieren, zoals deze cashmere geiten.
Uiteindelijk moesten we nog een stukje door het bos.
Maar wederom bereikten we ons doel, het ger kamp bij het Kökh Nuur meer.
Bij dit meer werd Dzjengis Khan ooit gekroond tot leider zodat hij aan zijn veldtochten kon beginnen.
Ter herinnering aan die gedenkwaardige dag ruim 800 jaar geleden staan er deze houtsnijwerkjes.
Verder is er niks, maar toch vonden wij het de moeite waard.
Maar zoals altijd gingen we weer verder, op weg naar Dadal, de geboorteplaats van Dzjengis.
Deze vogels kwamen we overal in Azië tegen, het zwart in hun veren heeft een blauwe glans.
De zesbaans snelwegen in Mongolië.
De gieren hadden een feestje, er stond zoals gewoonlijk lam op het menu.
Er kwam alleen een Mongool op een brommer voorbij waardoor de vogels er vandoor, eh, vlogen.
Wat een mooie beesten.
Onderweg naar Dadal kwamen we nog veel meer beesten tegen die ook nog bereid waren om voor ons te poseren, zoals deze adelaar.
En Rijntje draaide zich ook nog even om voor de foto.
Het lijkt een leeg landschap, maar schijn bedriegt.
We waren eigenlijk elke dag op safari.
De benzinepompen van MT verkopen de lekkerste diesel, volgens mijn auto.
Niet zo heel ver van Dadal lukte het ons eindelijk om te verdwalen.
Dus besloten we om in onze nieuwe tent te slapen en de volgende dag verder te zoeken.
Het bleek achteraf niet eens zo heel ver meer te zijn, en de jeeptrack werd ook nog eens steeds begaanbaarder.
We waren in elk geval blij en trots toen we de ingang van Dadal eenmaal gevonden hadden.
Dit soort totems droegen de legers van Dzjengis altijd met zich mee.
En uiteraard mag een Dzjengis monument niet ontbreken in zijn geboortedorp.
We dachten, wat Dzjengis kan dat kunnen wij ook.
Dus gingen we paardje rijden in zijn barrio.
Hier galloppeerde Temujin, zoals Dzjengis eigenlijk heette, vroeger ook altijd.
Op het hoogste punt staat uiteraard een Ovoo, met genoeg vodka offers voor een heel regiment.
En bovenop weer zo'n zwart witte vogel.
Te paard staken we riviertjes over waarbij onze paarden klotsende oksels opliepen.
Dit was ons stulpje in Dadal, de badkamer was buiten.
Douchen was een heel gedoe, eerst de boiler vullen met de tuinslang en dan buiten twee draadjes in een stopcontact duwen.
We verlieten Dadal weer zoals we gekomen waren, met de auto.
Meteen waren we weer op safari, met als eerste dier een wild zwijn.
Even later weer een marmotje.
Daarna zagen we deze witnekkraanvogels (white naped crane).
Vooral als ze vliegen zie je hoe mooi ze zijn.
Nog meer wilde bacon.
Altijd en overal vindt je de Eurasian Magpie.
We waren ergens 22 kilometer van verwijdert, wat precies is ons nooit duidelijk geworden.
Deze wolf rende zo hard ie kon vlak voor onze auto langs.
Op veilige afstand (voor hem of voor ons?) poseerde hij nog even voor ons.
Inmiddels ver in het afgelegen noord-oosten troffen we nog steeds kamelen aan.
Het maakt niet uit hoe ver je van de bewoonde wereld bent in Mongolië, er woont altijd iemand :-)
Geen idee hoe deze vogels heten.
Maar we vonden ze erg mooi met hun hippe kuif.
Je ziet ze niet veel in Mongolië omdat het heel weinig regent, maar ze zijn er wel....riviertjes.
Deze muisjes zie je ook veel, maar dan moet je wel goed uit je doppen kijken.
Ze zijn namelijk bang voor auto's.
Maar wij hebben er toch een paar bereid gevonden om te poseren.
Inmiddels waren we aangekomen in Dashbalbar.
Waar je moet oppassen dat ze je de vouwen niet uit de broek rijden.
Niks bijzonders, mussen op een hek.
Als je je al ergert aan hondenpoep op de stoep moet je zeker niet in Dashbalbar gaan wonen.
Ook in de dorpen en zelfs in steden als Ulaanbaatar wonen veel Mongolen gewoon in een ger.
Met name in de dorpen werden we altijd geconfronteerd met dronken Mongolen, alhoewel soms een beetje vervelend zijn ze nooit agressief of gevaarlijk.
Een beetje vreemd om in zo'n afgelegen dorp een parkje met standbeelden te vinden.
En zelfs een reuzenrad.
Overal in het land zie je basketbalborden.
Het centrum van Dashbalbar.
Openbaar toilet in Bashbalbar.
Zoals ik net al zei, overal basketbalborden.
We gingen weer verder richting het natuurpark Mongol Daur B en A.
We waren namenlijk op zoek naar gazellen, maar vonden vooral nog meer vogels.
En na lang rijden ineens in het midden van nergens dit felgekleurde huisje.
We zetten de tent maar weer eens op in de hoop dat er vroeg of laat een kudde gazelles langs zou rennen.
Maar het enige dat we zagen was dit beest, dat er als een haas vandoor ging.
Er was ook nog een drooggevallen meertje.
De zonsondergang hadden we weer eens geheel voor onszelf.
Onverrichterzake reden we daags erna weer verder.
Met weer de gebruikelijke adelaars onderweg.
Bij Chuluunkhoroot op de grens met Rusland kwamen we deze jongens op hun fiets tegen.
Terwijl we langs de grens met China naar het zuiden reden kwamen we eindelijk twee gazelles tegen.
Maar pas veel verder tussen Choibalsan en Matad zagen we grote kuddes gazelles van ons wegrennen.
Gezien de snelheid die ik met de auto moest maken om ze bij te houden renden ze zeker 60-70 kmph.
Hier nog twee achterblijvers.
Tussen Matad en Erdenetsagaan werden we uitgenodigd voor een kopje thee bij deze familie.
Veel Mongolen kleden zich nog traditioneel, en niet zoals in Volendam alleen voor de toeristen.
De dag ervoor had hun baas een wolf doodgeschoten, en om de overwinning compleet te maken eet de schutter de testikels van zijn prooi.
Genoeg thee, tijd voor vodka. Het was immers al tegen elven.
De volgende ochtend bleek dat het 's nachts ineens had gesneeuwd wat het spoorzoeken er niet makkelijker op maakte.
Even later vlogen de gazelles ons weer links.....
.....en rechts voorbij.
Downtown Asgat.
Éénmaal bij Baruun-Urt zagen we voor het laatst gazelles.
En eindelijk weer asfalt.
Wederom een herder en zijn ger.....
....en zijn cashmere geiten.
Na een korte pauze in Ulaan Baatar, waar we ook onze voorraden weer hadden aagevuld, vertrokken we richting het zuiden.
Eerst gingen we op weg naar Kharkhorin.
Onderweg zagen we alweer gazelles.
Ze renden van ons weg zo in de armen van een Mongools gezin.
Weer zo'n gierige vogel.
Even de weg vragen bij deze mensen.
Uiteindelijk vonden we Kharkhorin toch nog.
Het was ooit de hoofdstad van het Mongoolse rijk.
Tegenwoordig is er alleen dit klooster.
Het Erdene Zuu klooster.
De kloostermuur met ingebouwde stupas.
De zilverboom.
We vertrokken weer uit Kharkhorin, op weg naar Saikhan Ovoo.
Onderweg trokken we veel bekijks.
En bij Arvaikheer reden we zelfs nog langs een soort Hollywood sign.
Het terrein werd snel grilliger met meer stenen ipv zand.
Het toeristenseizoen was al afgelopen en het gerkamp gesloten. Toch bood men ons nog een slaapplek aan, joepie.
Vanuit onze stinkende en ijskoude ger hadden we wel een mooi uitzicht, dat dan weer wel.
We reden snel verder richting de flaming cliffs.
Voor het eerst in mijn leven ruim honderd kilometer lang geen mensen te bekennen.
Aan het eind van de dag kwamen we aan.
We waren behoorlijk blij dat we een gerkamp met dit restaurant en warme douches vonden.
Wij verbleven niet in deze suite, maar een gewone ger.
De Flaming Cliffs mensen.
Moet je kijken wie er ook zijn.
Een soort grand canyon in het klein.....
....en zonder water, dus eigenlijk compleet anders.
Wat ook erg mooi is hier, is dat je telefoon er signaal ontvangt.
Terug in ons ger kamp wezen de meisjes de mooiste jongen die ze kenden aan.
Na weer een dag spoorzoeken vonden we de duinen van Khongoryn Els.
Da's een hele hoop zand zonder zee.
Naar de top der duinen klimmen was echt tyfus zwaar, ongeveer 200 meter omhoog door mul zand.
Maar volledig buiten adem bereikte ik de top net op tijd voor de zonsondergang.
Top hier op de top, door de wind maakt het bewegende zand een zingend geluid. Heel speciaal.
Nog even genieten van het uitzicht voor we weer afdaalden.
Een ander stelletje dat ook op wereldreis was kwam te laat boven.
De volgende ochtend weer vroeg uit de veren voor de zonsopkomst en....
....kameeltje rijden.
Op een kameel in de woestijn, en de zijde route schijnt hier ook nog in de buurt te zijn. Het kan niet op.
De fotoshoot tijdens het tripje, we lachten nog wel maar onze konten begonnen inmiddels behoorlijk pijn te doen.
Met een echt woestijnplaatje nemen we weer afscheid en vervolgden onze reis.
Onderweg zagen we eindelijk hoe dat opzetten (of afbreken) van een ger nu eigenlijk in zijn werk gaat.
Of je nou een ger of een huis hebt maakt blijkbaar niet uit, rommel verzamelen doet iedereen.
Voordat we Dalanzadgad bereikten bezochten we onderweg eerst nog Yolyn Am.
Daar leven o.a. deze muizen, maar ze noemen ze Daurian Pika.
Heel pitoresk natuurpark weer.
En je struikelt er over die muizen.
Eindelijk zagen we ook een Siberian Ibex.
Vanuit Mandalgobi maakten we nog een laatste uitstapje naar Их Газрын Чулуу waar huizen verboden zijn.
Dit is dan Ikh Gazriin Chuluu.
Het zijn grillige rotsformaties in het midden van nergens.
Met o.a. een rots met een waterhoofd.
We reden er even een rondje doorheen, hopende dat we nog een of ander wild dier tegen zouden komen.
Maar de meeste dieren mochten er niet in.
Onze trip in de Gobi zat er op, we reden door een inmiddels wit landschap terug naar Ulaanbaatar.
We reden gelukkig nog een klein beetje verkeerd zodat we deze zonsondergang nog meepikten.
Eindelijk kwamen we er aan toe om Ulaanbaatar zelf eens te verkennen.
Het Sukhbaatar plein.
Één van de Khan familieleden, Kublai Khan.
Het regeringspaleis met Dzjengis die over het plein uitkijkt.
Het roze opera theater.
Het uitzicht vanuit ons hotel.
We kwamen ook weer eens fatsoenlijk aan naaien toe.
Een monument voor de Beatles, omdat de Mongolen door hun liedjes zich er van bewust werden dat ze niet vrij waren en daarom gingen strijden voor democratie.
Na vier maanden in Oceanië waren we weer terug in Mongolië.
Deze keer gingen we op zoek naar de Tsaatan mensen in het noordwesten.
Vanuit Ulaanbaatar reden we in twee dagen naar Mörön.
Vanuit Mörön vervolgden we onze weg naar Ulaan-Uul.
Onderweg vonden we op alle toppen weer een Ovoo.
En herders met hun kudde koeien....
....en herderinnetjes met hun geitjes.
In elke nederzetting kwam er wel een Mongool kijken, want een Nederlander en een Colombiaanse in een Chileense auto hadden de meesten nog niet eerder gezien.
De rit viel vies tegen, maar we bereikten Ulaan-Uul nog voor het donker.....
...en we konden in deze schitterende accommodatie overnachten.
's Morgens kwam oma even boodschappen doen in het winkeltje onder ons hotel.
En ook deze Mongool kwam even kijken met zijn dochtertje.
We reden verder richting de bergen.
We hadden het de dag ervoor vrij zwaar gehad, en hoopten maar dat de weg ons niet over deze bergen zou voeren.
Het begon in elk geval lekker toen we deze bevroren rivier over moesten.
Hij had ook nog nooit een Chileense auto met een Nederlander en een Colombiaanse gezien.
De rest van de riviertjes hadden gelukkig een brug.
FPV reizen door Mongolië.
We hadden het in principe gehaald, voor ons lag het meer Tsagaan nuur, vanuit het dorp aldaar zouden we per paard verder gaan.
Half April en het meer was nog bevroren, later zouden we er nog auto's en vrachtwagens overheen zien rijden.
De ingang van het dorp, met de gids die ons van Ulaan-Uul tot hier begeleidde op zijn brommert.
Onze bungalow aan de rand van het meer.
De volgende ochtend lag er ineens een pak sneeuw.
De Tsaatan in het dorp die het verder allemaal zou regelen kwam ons vertellen dat vanwege de sneeuw alles een dag moest worden uitgesteld.
Kreeg ie de brommer niet meer aan de praat toen ie weg wilde.
Nadat ik het benzinekraantje voor hem had opengedraaid scheurde hij er weer vandoor.
De volgende ochtend ging het dan eindelijk gebeuren, we waren nu al 5 dagen onderweg.
We moesten nog een klein stukje rijden naar het eind van de 'weg'.
Daar dronken we eerst nog een kopje thee.
Ik gaf onze huis-Tsaatan mijn hipste bril kado.
Vol verbazing keken ze toe hoe wij onze bagage uit de auto laden, ze begrepen ineens waarom we een extra paard hadden geboekt.
Tussen de bomen en de wolven door reden we omhoog.
Eindelijk waren we op de Taiga.
We maakten nog een stop bij een blokhut, onze gastheer was ons al tegemoet gekomen met zijn zoontje.
We slobberden maar weer een bakkie thee naar binnen.
En daarna gauw foto's maken van de familie.
We zagen overigens bijna alleen maar jongetjes.
Deze mensen leven dus met en van hun rendieren.
Daarnaast rijden ze er ook nog op.
De beesten die ze niet nodig hebben verkopen ze aan de kerstman.
Mooi mannetje was dit, goeie danser ook.
Voor LucÃa waren ze niet bang, voor mij wel.
Onze rustieke accommodatie.
Rudolf.
Daar heb je hem weer, nu met zijn gouwe jassie.
We waren nog maar net aangekomen bij onze gastfamilie of het begon te sneeuwen.
LucÃa ging daarom nog snel even naar het toilet.
En toen kropen we gezellig met zijn allen in de warme tent.
Na het eten maakten we een fles vodka soldaat.
Daarna werd er driftig gedanst op de tonen die mijn telefoon produceerde. Vooral de après-ski liedjes deden het goed. En terwijl buiten de sneeuw viel vond ik Anton aus Tirol ook wel het meest toepasselijk.
De volgende ochtend lag er een flink pak sneeuw.
Gelukkig hadden we in de tent een kachel.
We hadden vooruitbetaald voor ons verblijf.....
....dus de hele familie besteeg bij zonsopkomst hun rendieren....
....en vroeg zich af waarom wij eigenlijk niet meegingen....
.....zwaaide nog even naar ons....
.....terwijl ze vertrokken naar Tsagaan nuur om inkopen te doen.
Daar zaten we dan in onze tipi, terwijl het buiten weer was gaan sneeuwen.
De buurman greep zijn kans en begon in de kleurboeken die we voor de kinderen hadden meegebracht te kleuren.
De volgende dag voor we begonnen aan onze terugtocht....
.....gingen we eerst nog even rendiertje rijden.
Wederom waren die beesten blijer met LucÃa dan met mij.
Dit jaar krijgt iedereen deze kerstkaart, dan weet je dat vast.
We namen afscheid en bestegen onze paarden.
Gelukkig wist hij de weg terug.
Onze paarden gleden af en toe uit maar we bleven zitten.
En weer beneden kwamen we de rendieren van de familie tegen.
Een dag later reden we weg uit Tsagaann nuur, we keken nog één keer om naar het meer.
Bovenaan de eerste bergpas namen we afscheid van onze vriend die ons begeleidde tot we bovenaan de besneeuwde helling waren.
Weer over dezelfde bruggetjes.
Tot aan Ulaan-Uul lag er gelukkig niet zo heel veel sneeuw.
In Ulaan-Uul passeerde deze Mongool die zijn ger aan het verhuizen was met zijn kamelen.
's Ochtends vertrokken we voor dag en dauw voor de laatste etappe terug naar Mörön.
Nadat we vast kwamen te zitten in de sneeuw, gaven de mensen in de vrachtwagen daar ons een schep waarmee we ons uitgroeven. Tien dagen later verlieten we Mongolië via Sukhbaatar city. Wat een fantastisch land.